De lokatie van het erf Mink Jans is het beste aan te duiden met het adres Ommerweg 65 (fam. Oltmans) in Noordmeer, vlak voor Den Ham. De plaats waar nu naast de boerderij een garage annex schuur staat. Ivm afgraven van de grond is niets meer terug te vinden.
Met name de heer Kleinjan heeft veel gegevens verzameld waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt.
700 Het Hof te Noortmeer kende de toepasselijke naam Noortmerinck. Het achtervoegsel “inck” betekent: “erf van” en wijst op een hoge ouderdom en verwantschap aan het Saksische taalgebruik. “Hof” als aanduiding voor een erf, betekent, dat van daaruit de gemeenschap bestuurd werd. Het hof zal tussen 700 en 900 gesticht moeten zijn. Op oude schattingslijsten voor 1397 (en eenmaal in 1455) is sprake van één erf.
In 1397, 1419, 1427 en 1433 komt ook de naam Slijckhuis voor.
1385 Er bestond reeds een boerderij in Noortmerinck.
1395 Een tweede erf ontstaat, het Slijckhuis.
1397 Johan Noortmeers is gerichtsman te Hellendoorn.
1403/29 Gerloch Noortmeers treedt op als gerichtsman te Hellendoorn.
1525 Een akte vermeldt het ontstaan van het erf Slijkhuis uit Noortmerinck.
Ivm het ontbreken van deze naam in 1455 betekent dit mogelijk een nieuwe opdeling.
1620 Een Albert wordt geboren. Hij kreeg twee kinderen:
1629 Geert Schultinck en Claas Willems kopen gezamenlijk een stuk grond op Noortmerinck
1650/60 Jan Schultinck (* Eerde ± 1630) is waarschijnlijk de eerste bewoner.
1653 Engbert Alberts geboren
1660 Jan Alberts geboren
1661 Splitsing van het erf Noortmerinck in Schultinck en Noortmerinck.
1668 In een lijst waarin de burgers van de Hammer buurtschappen hun onkosten declareren die zij gemaakt hebben bij de inkwartiering van troepen tijdens de eerste ‘bisschopsoorlog’ met Munster, aan de Staten van Overijssel, komt te Noortmeer ene Egbert Slijckhuis voor. Het erve Noortmerinck wordt niet genoemd hoewel toch bijna iedereen één of meer soldaten in huis had.
1675 Het Register Hoofdgeld van Salland vermeldt:
Buurtschap Noortmeer:
Lambert Berglander = 500
Slijckhuijs = 500
Nevensel = 500
K…(?) Miskotte = 500
1675 Engbert Albertsz trouwde met Aaltje Claassen, een dochter van Claas Willemsz.
Engbert had (in ieder geval) 2 kinderen:
Geertje Engberts * ± 1675
Zij is gehuwd met Lambert Jansen in Coevorden en daar gaan wonen.
dochter X Engberts * ± 1675
Zij is vermoedelijk met Jan Mink Jan getrouwd.
1680 Engbert neemt de boerderij van zijn vader over.
1682 Engbert Alberts wordt neergestoken met een mes (niet dodelijk).
Hij had toen een stiefzoon in wonen t.w. Alof Lucassen (* 1666) en zijn broer Jan Alberts.
De financiële positie van Engbert werd steeds slechter. Vanaf 1682 was hij niet meer in staat de huur te betalen.
1683 Jac Vriese is eigenaar van het Slijckhuis.
Het erf Schultinck wordt bewoond door Jan Schultinck, die dan genoemd wordt Jan Noortmerinck.
1687 De wed.Oldenzeel laat de goederen panden van Jan Schultinck, namelijk de aandelen in Noortmerinck, Rosendaal en Bergland te Noortmeer. Rozendaal was gelegen ± 50 meter ten noorden van het erf Dijkjan (Ommerweg 72). Bergland lag aan de Slenke nr 7.
1690 (exakte datum niet bekend, maar tussen 1686 en 1691)
Aankoop van een stukje land gelegen in Noortmeer, tussen de Watercamp en de Noortmeerschen Esch, genaemt ‘het Russenmaegien” met westwaarts de Muller Ter Heyno en oostwaarts aan Jan Hendriks Muller, door Engbert Hermsen Engelberts, m.v. Lubbegien Roelofs verkocht aan de erfgen. v. Hendrickjen Kort, ovl v.v.Moerkercken.
Engbert Engelbert en echtgen. woonden later in Ommen.
1692 Op 19 januari loopt Egbert Noortmerinck het café Slijckhuis binnen. Herman Bergland (die vanaf 1717 op Miskotte woonde) stak hem een mes in de rug.
1693 Engbert Alberts gaat failliet:
Rechterlijk Archief Schoutambt Ommen en Den Ham
(inv.no2 folio 13,14):
Acte van cessie, dd. 19/05/1693
Engbert Albers, meyer op ’t Noortmerink, m.v. Aaltien Claasen.
Aan: Arent Jan van Oldeniel, jonker, en zijn vrouw.
Van: Levende en dode have en huisraad.
Opm.: ter betaling van achterstallige pachtschuld.
Getuige: de procureur Van Borne.
Zij waren pacht verschuldigd over de jaren 1682-1692, de som van 209 Caroli gulden en 18 stuiver. Omdat zij niet in staat waren deze schuld te voldoen aan hun land”heer” Joncker Arent van Oldeniel en diens welgeboren “Eheliefste”, ontvingen dezen al hun bezittingen.
1694 Martha Vriese neemt het Slijckhuis over van haar vader.
1695 Jan Jansens van Kamermans te Egede komt op het erf Noortmerinck wonen. Hij heeft dan een zoon Roelof. Naast het Schultinck wordt een tweede erf gebouwd, Mink Jans, voor Roelof.
Mogelijk heeft hij ook een dochter, Jente, die later trouwt met Jurrien Wolters (zie ook bij 1762)
1703 Wat vragen bij mij oproept is de volgende akte van overdracht:
Rechterlijk Archief Schoutambt Ommen en Den Ham inv.no2 folio 220-221:
Acte van overdracht en Alimentatie, dd. 12/09/1703
Door: Jan Assies Noortmerinck
T.g.v.: zijn dochters zoon Gerrijt Hannesz en zijn vrouw Eefse Henrix; allen wonende op het erve Noortmerink.
Van: Zijn erve Noortmerink. Verder nog legaterende aan beide dochters van ‘sijn moei saliger’ Geese Jans, v.v. Henrick Nijenhuis te Eerde.
Opm.: op voorwaarde van alimentatie. Gerrijt Hannessen en zijn vrouw Eefse Henrix, ook genoemd als neef en nicht, levenslang onderhoud in kost & kleren.
Getuige: Berent Ruevers, Onderscholtis.
Jan (Assies) Noortmerinck kan niet dezelfde persoon zijn als Jan Mink Jans vanwege zijn leeftijd (* ± 1650). Ook is het niet waarschijnlijk dat Jan Assies een zoon had, die “onze” Jan was, daar hierdoor het legateren aan zijn kleinzoon Gerrijt vreemd zou zijn.
1705 De kleinzoon van Jan Noortmerinck, Gerrit Schultink huwt zijn buurmeisje, Eefze Slijkhuis.
1707 Engbert Alberts bleef in Noortmerinck wonen tot 1707.
1710 Eefze Slijkhuis overlijdt.
1712 Gerrit Schultink trouwt met Zwaantje Hendriks.
Hun tweede kind is een dochter, die men Eefze noemt, naar Gerrits eerste vrouw.
1729 Roelof trouwt met Jennechien Jansen. Mogelijk is zij een dochter van Jan Janssens van Kamermans te Egede.
1730 Roelof krijgt een dochter, Geessien(* 19/03/1730).
1733 Roelof krijgt een zoon Engbert (* 20/12/1733)
1743 Roelof is overleden en Jennechien trouwt met Jan Geertsen, die daarna Jan van Mink Jans genoemd wordt.
1748 De Volkstelling van 1748 vermeldt:
De Boerschap Notmeer:
1. Jan Slijkhuijs en Sijn Vrouw Eese Hendriks—
2 Kinderen, Grietje, Jan, onder de 10 Jaren
1 Knegt Derk hendrikse
1 Maagd, Geesje Hendriks
1 Klijn Maagje Jennigje Hendriks
1 Klijn Scheper (?) Leeft van den Armen
2. Berent Gerrits en Sijn Vrouw Eezie Gerrits
1 Kint Aaltje onder de 10 jaren
Bij inwoonen Gerrit Schultink en Sijn vrouw Swaane Hendriks
1 Maagje Harmine Hendriks
3. Jan Geerts en Sijn Vrouw Jannechien Jansen—-
1 Kindt onder de 10 Jaaren genaamt Roelof
Bij inwoonen Elsie Engbert
1 Klijn Kint Jan Jansen bestaat van den Armen
Aan de beschrijving ad 3 is te zien, dat Geessien (18 jaar oud) al het huis uit is, evenals haar broer Engbert, op dat moment 13 jaar. Mogelijk werkte hij als los boerenknecht
1749 Gerrit Wijlensz, zoon van Wijlent Bartels uit Linde en zwager van Engbert Roelofs, koopt Kippen (gelegen tussen Ommerweg 63 en 67).
1751 1. Gerrit Slijkhuis Slijkhuis Camnr.J.Vriezen 1
2. Enghbert Nortmerink Gerrit Noordmerink
nu Jr.Bruins 1
Berend Schultink
3. Jan Nortmerink Jan Noordmerink Selfts Eig. 1
4. Aaltjen in de Kippe Kolkman S. E. 1
1761 De leenplicht van het hof Noortmerinck wordt vrij gekocht van Singraven.
1762 Noortmeer (gescheiden door de Linderbeek van Meer of Zuidmeer) bestaat uit de erven Noortmerinck, Kuilenhof, Oldenzel en Haselhorst. Iedere erve bestond uit 250 tot 300 ha grond.
Noortmerinck bestaat uit Mink Jans en Schultink.
Bovendien staat nog het Slijkhuis vlak daarbij (?).
1762 Engbert trouwt met Janna Jurriens Valk.
1762 Rond Ommen heerst veepest.
1765 Verpondings en contibutieregister (blz.274):
Noordmeer:
Slijkhuis 10 15 8 14 8
Engbert Noordmerink 6 3 8 7 7 8
Jan Noordmerink 9 4 . 11 12 8
Oldensel 9 4 . 13 5 .
Nevensel 8 4 . 15 14 .
Hengeler . . . 4 9 .
Leer Derk 1 11 . 1 8 6
’t Nemler . . . 13 4 10
Keusman 1 11 . . 6 6
46 13 . 82 7 14
1765 Jannes Herms van Heino had de rechten (sloptienden) uit Mink Jans aan de Bekkemaat in zijn bezit. In 1765 verkoopt Jannes deze rechten voor 450,= aan Engbert Roelofs. Engbert leent geld ( 600,=) bij Jan Hendrik Dikkers à 3%. Geessien Roelofs en haar man zijn borg met hun bezittingen en een stuk hooiland aan de Bekkemaat in Noordmeer als onderpand. Eigenaar van het buurtschap Noortmeer was de (adelijke) familie Oldeniel.
NB: Gerrit Wijlens woonde op het erf Holties, (Kippen of Kolkman) Ommerweg 67.
1773 Engbert krijgt een zoon Roelof (* 11/07/1773)
1780 Uitstel van betaling gevraagd
1782 In 1782 had hij (bovendien?) een schuld van 143 gulden en 12 cent aan Schout Vervoert.
1783 Engbert vraagt surseance van betaling aan. Hij is dan bovendien verschuldigd aan “landschattingen” 143=12=12½.
1784 Prolongatie van Engbert’s schulden.
1784 “In 1784 in Den Ham enige oproerige bewegingen ter zake van algemeene oproepingen voor de burgerbewapening”.
1785 De schuld is opgelopen tot 998=5 en Engbert raakt al zijn roerende en onroerende goederen kwijt, inklusief de door hem gerealiseerde landaanwinningen.
1785 Hij had inmiddels een schuld van 236 gulden achterstallige intrest aan Dikkers, Scholtes van het Vriesenveen. Hij verloor daarop al zijn bezittingen.
1786 Roelof Jans wordt lidmaat van de NH-kerk te Noortbarge (bij Emmen). Janna Jurriens en Roelofs broer Jurrien wonen op het erf Tienkamp (nu: Stortweg). Op dit erf woonde al Gerrit Hendriks (Tienkamp), oorspronkelijk uit Dalen afkomstig.
Mogelijk is Janna Jurries gaan inwonen bij Gerrit Hindriks Tienkamp.
1786 Willem Nevenzeel en zijn vrouw Gerardina uit Junne komen op Mink Jans wonen.
1789 Uit een momberakte van 1789 blijkt, dat Willem Jansen op Mink Jans woont.
1795 Bij de volkstelling worden zowel Engbert Roelofs, zijn zuster Geessien Roelofs en haar man, Gerrit Wijlensz, niet genoemd, zowel in Noortmeer, als elders in Den Ham. Wél komt voor Wilent Gerrits, zoon van Gerrit Wijlensz.
1796 Jurrien trouwt (op 19 juni) met Gerrits dochter Jantien en wordt in de Haardstedenregisters aangeduid als Jurrien Gerrits en Jurrien Tienkamp, maar neemt uiteindelijk de familienaam Engberts aan.
1803 Engbert Roelofs/Engbert Minkjans overlijdt waarschijnlijk op 10/05/1803 in Den Ham (als “Engbert Mink Jans”)
1811 Op de lijst van weerbare mannen van 1811 wordt hij genoemd als Roelof Engbert, dagloner, aan de Steendijk te Assen.
De Steendijk is nù een parallelweg, zuidelijk van de weg Assen-Rolde.
Rond 1800 was dit nog een buurtschap bij Assen.
Zijn broer (genoemd “Jurrijn”) woont dan nog steeds in Noordbarge.
1812 Janna Jurriens overlijdt (06/10/1812) “oud 69 jaar, weduwe, van beroep arbeidster, ten huize van haar zoon Jurrien Engberts, wonende te Noordbarge in de gemeente Emmen”.
1814 Roelof woont in Peize en trouwt (27/01/1814) met Wietske Harmen van Aard (* ../06/1787 te Surhuisum en overleden nà 1830). Zijn beroep was klompenmaker; dit zou generaties lang het “familieberoep” blijven.
1816 Roelof krijgt een zoon Engbert (* 16/10/1816).
1819 Willem Mink Jan overlijdt.
1824 Roelof krijgt een dochter Harmina (13/07/1824).
Voor het eerst wordt melding gemaakt van het voeren van de familienaam Tienkamp bij de geboorte van Engbert.
1831 Geertje Nijssink wordt geboren, dochter van Jan Nijssink en Aaltje Mink Jans. Mogelijk is Aaltje een dochter van Willem Nevenzeel.
Mink Jans in 1991
In Noord-Meer woont dhr Jannes Reimink. Hij heeft als bijnaam “Mink Jans”, evenals zijn grootvader(en (bet-)overgrootvader), die òòk officieel Jannes Reimink en officieus Mink Jans werd genoemd.
Voor zover hij zich kan herinneren woont zijn familie al generaties lang op deze plek in Noord-Meer.
Naar later blijkt sinds 1823.
Het erf Mink Jans, Ommerweg 63, lag ten tijde van Roelof Jans en zijn zoon Engbert Roelofs aan de andere (west)kant van de zandweg naar de esch, ter hoogte van het Schultink (fam.Olstman), bijgenaamd Slieks, danwel op de plaats van het Slijckhuis.
Dit huis lag -zoals de naam aangeeft- in een modderige omgeving. Het stond dan ook van de drie erven die er toen waren, het dichtst bij het beekdal en het zal daar ongetwijfeld erg nat geweest zijn in die tijd.
E.e.a. sluit aan op de omschrijving in de akte m.b.t. de sloptiende die gepacht werd door Engbert Roelofs. Hier werd Mink Jans genoemd “gelegen aan de Bekkemaat”, d.w.z. een laag gelegen stuk land aan de beek.
In 1786 komt Willem Nevenzeel op Mink Jans wonen. Hij is mogelijk een voorvader van Jannes Reimink.
Overigens is Reimink een ander erf in Meer (± 500 mtr verderop).